VOORNAAM EN ACHTERNAAM
2
3
1 4 5 6 7 8
RESULTAATKAART JE EIGENSCHAPPEN KENNEN
3
Einde Resultaatkaart
ORIËNTATIE OP DE NEDERLANDSE ARBEIDSMARKT 4
1
Ik kan eigenschappen/competenties noemen die belangrijk zijn als je werkt in
Nederland. Ik kan van de eigenschappen/competenties zeggen of ik deze heb of niet.
Deze eigenschappen/competenties zijn voor Heb ik die eigenschap/
iedereen belangrijk: competentie?
1. ja nee
2. ja nee
3. . ja nee
2
Ik kan eigenschappen/competenties noemen die belangrijk zijn voor mijn gewenste
beroep. Ik kan voorbeelden geven waarom deze eigenschappen/competenties belangrijk
zijn. Ik kan van de eigenschappen/competenties zeggen of ik deze heb of niet.
Deze eigenschappen/ Waarom is deze eigenschap/ Heb ik die
competenties zijn belangrijk competentie belangrijk? eigenschap/
voor mijn gewenste beroep: Ik geef een voorbeeld: competentie?
4.
ja nee
5.
ja nee
6.
ja nee
7.
ja nee