In het vervolg van dit hoofdstuk bespreken we de belangrijkste gebeurtenissen op het terrein van het drugsbeleid
die hebben plaatsgevonden na het verschijnen en het debat over de Drugsnota 1995. Hoewel er tussen de diverse
onderdelen van het drugsbeleid een nauwe samenhang bestaat, is het zinvol de bespreking op een thematisch
wijze te doen plaatsvinden.
Ter verantwoording van de uitvoering van de drugsnota zijn voortgangsrapportages verschenen vanaf 1996.27-31
In de rapportages werd verslag gedaan van de ontwikkelingen in het gebruik van drugs, de voortgang van het
preventiebeleid waaronder voorlichtingscampagnes, de verbetering van de kwaliteit en de effectiviteit van de
verslavingszorg, het (in samenhang met het Grote Stedenbeleid geformuleerde) overlastbeleid, de bestrijding
van de drugsgerelateerde criminaliteit, de internationale samenwerking op dit terrein en de monitoring en onderzoek
waaronder ook de assessment van nieuwe drugs.
4.4.1 Specifieke maatregelen m.b.t. productie van en handel in drugs
Ook al is het principe van de ‘scheiding van de markten’ gehandhaafd, de maatregelen en richtlijnen met betrekking
tot gebruik, verkoop en productie van cannabis zijn telkens specifieker en stringenter geworden. Het
formele standpunt dat Nederland een gedoogbeleid voert, klopt weliswaar nog steeds. Maar door een constante
stroom aan maatregelen en wetswijzigingen is het karakter ervan het beste te typeren als het tegenovergestelde
van wat men een laissez-fairebeleid zou noemen. De aanpak van problemen die gerelateerd zijn aan de productie,
verkoop en het gebruik van drugs wordt in Nederland beleidsmatig
voorbereid in het driehoeksoverleg. Met telkens
nieuwe, vaak lokaal eerst uitgeteste nieuwe methodieken
en door een constante stroom aan wettelijke maatregelen
(bijvoorbeeld aanpassingen van de Opiumwet of de Gemeentewet)
zijn de instrumenten flink uitgebreid om op
lokaal niveau een beleid te voeren tegen de overlast en de
door burgers ervaren onveiligheid.
De bestrijding van de (georganiseerde) drugsgerelateerde
criminaliteit is in de afgelopen periode geïntensiveerd,
geprofessionaliseerd en heeft – overeenkomstig de
kenmerken van deze vorm van criminaliteit – een uitdrukkelijk
internationaal karakter gekregen. Op dit vlak is overigens
weinig sprake van ‘typisch Nederlandse’ ken merken.
Het Nederlandse beleid ten aanzien van de verkoop van
cannabis in coffeeshops en de (inmiddels sterk verminderde)
tolerantie t.a.v. de teelt van cannabis bij mensen
thuis, heeft justitieel en politioneel ingrijpen bij het opsporen
van productielocaties, aanvoerlijnen en handelstransacties
niet in de weg gestaan. Hetzelfde geldt voor de
berechting van de daarbij betrokken personen. In de afgelopen
periode is het wettelijk instrumentarium uitgebreid
om criminelen hun financiële winsten af te nemen.
Tot slot zijn regelmatig wettelijke maatregelen getroffen
als respons op de opkomst van nieuwe middelen op
de drugsmarkt. In de volgende paragrafen wordt een toelichting
gegeven.
Bestrijding drugsgerelateerde criminaliteit
Specifieke aandacht in de strijd tegen de drugsgerelateerde
criminaliteit is sinds 1995 gericht op de bestrijding van de
steeds grootschaliger en professionelere illegale teelt van
hennep in woningen, bedrijfshallen of openbare ruimten
(zoals maïsvelden). Hiernaast heeft de opsporing van illegale
productie van synthetische drugs veel aandacht gevraagd,
in het bijzonder omdat Nederland zich heeft
ontwikkeld tot een op dit vlak drugsproducerend en -exporterend
land. De in 1997 opgerichte USD (in 2004