Per item:
Omdat de antwoordmogelijkheden per item lopen van 1-6 of van 1-5, worden eerst
alle scores omgezet naar ranges van 0-5 en 0-4. Daarna worden ze getransformeerd
zodat alle scores dezelfde range hebben. Transformatie geschiet door de scores van de
items met 6 antwoordcategorieën (0-5) te vermenigvuldigen met 4 en de items met 5
antwoordcategorieën (0-4) te vermenigvuldigen met 5. Na transformatie lopen alle
itemscores dus van 0-20.
Per subschaal:
Subschaalscores worden berekend door het gemiddelde van de (5) items van de
betreffende subschaal te nemen. Per subschaal mag 1 item een missende waarde
hebben. Dat item krijgt het gemiddelde van de overige items. Door het resterende
gemiddelde te vermenigvuldigen met 5 blijft de theoretische range van elke subschaal
0-100.
Voor de schaal als geheel:
De totaalscore van de hele schaal wordt berekend als het gemiddelde van de
totaalscores van de 6 subschalen. De mogelijke range van de totaalscore van de hele
SMA schaal loopt daarom ook van 0-100.