Er is ruim een kwartier pauze.
De spelers drinken iets lekkers.
Daar krijgen ze weer energie van.
De tweede helft beginnen de jongens wat beter.
Daan mag een strafschop nemen.
Een gouden kans op één – één.
Oh! Veel te hoog! Die gaat er naast.
De spelers krijgen ruzie.
Ze kijken lelijk en schreeuwen naar elkaar.
Maar ze blijven vechten voor een goed resultaat.
Ze willen wel, maar de energie raakt op.
Ze voelen hoe de kracht uit hun benen verdwijnt.
Om twaalf uur komen de jongens thuis.
Ze zijn moe en vies.
Bart gooit zijn tas hard op de vloer.
‘Ik zie het al. Ik hoef niks te vragen.’ zegt Carla.
‘Verloren, met twee nul,’ zegt Daan.
Hij begint te huilen.
‘Kom op, een beetje flink zijn, hoor,’ zegt Carla.
‘Je kan niet altijd winnen.
Neem lekker een hete douche.
Volgende week winnen jullie weer!’