Dan pak je toch de bus?
- Die is altijd vol.
Ik wil zitten.
Maar ik moet staan,
want er is geen plaats.
En bij de halte moet ik wachten.
Dus ik ga liever op de fiets.
Dat heeft ook nadelen.
Je wordt nat, als het regent.
- Ik heb speciale kleren.
Die heb ik trouwens niet vaak nodig.
Meestal is het droog.